dinsdag 23 augustus 2011

IJs

Workum werkt hard aan haar toeristische status. In de zomer hebben we markten (morgen weer), we mogen in de lente een heuse muziektent verwelkomen, en we hebben ook een treintje dat de hele dag door Workum heen rijdt. Hij brengt niet alleen mensen van het Arriva station naar onze stad, want de avondvierdaagse is niets vergeleken met deze tippel met al je koffers, maar maakt ook nog een heuse rondrit en rijdt zelfs via de camping geloof ik.
Nu is er niet veel asfalt in Workum, staat ook niet in 1 van de Friese 11 steden natuurlijk, ook proberen we een maximum snelheid te handhaven en dus hebben we om de zoveel meter een verkeersdrempel ingemetseld.Voor in die trein hangt een scheepsbel, kroegbel of ijscobel, noem hem maar naar wat je voor associatie hebt met het geluid. Maar met al die drempels en klinkers kun je nagaan dat de scheepsbel de hele dag, door Workum heen klinkt .
Vroeger op de Nieuwe Zorg hing hij aan de bar, bij ons op school in de hal, en wie aan de bel hangt mag 'm poetsen, maar mijn associatie met het geluid is alsvolgt:
Zie ginds daar komt de ijscoman
De ijsman van de buurt
Die ied're dag geregeld komt
Zolang de zomer duurt
En hij heeft lekk're wafels
Van drie, van zes, van tien
En van de hele dikke
Met slagroom bovendien
Heel langzaam komt 'ie nader
En trekt eens aan de bel
En roept dan IJs met slagroom
Die roep die ken je wel.
Hmm, wat zullen we straks na de pittige kip met rijst eens als toetje nemen......

maandag 8 augustus 2011

WK Vaurien Dümmersee

Met jou zou ik wel een beschuitje willen eten eten, ik zie het de Nederlandse zeilers en zeilsters denken als de Spaanse en Portugeese ploeg de Pizzeria in komt. De integratie van de zeilers loopt voorspoedig.
De week voor ons vertrek naar Duitsland was ik hoofdzakelijk druk met het kopen van een fatsoenlijke tent, een koelkistje en het regelen van de kokerij. Op weg naar Duitsland haalden we de Vaurien op en de stuurman, ik moet toegeven dat we enigszins over ons merk lagen. Bij aankomst voelde ik me net het WTC en Joop Braakhekke tegelijk. Misschien wat overdone... Maar toen het 's avonds  wat koeler werd en ik de tent had volzitten, had het WTC een duidelijke functie gekregen. Ook voor het bakken van eieren in de vroege morgen trouwens.
Het was vreemd water. Met aanlandige wind spoelde de rottende blauwalg naar ons toe en de haven moest continu gefilterd worden. De stank was overweldigend en misschien was dat de reden voor de meetcommissie om veel, nieuwe, boten af te keuren. Wij kregen er in ieder geval een flinke hoofdpijn van. Van dat afkeuren trouwens ook. Milimeters moesten er van de spiegel van de nieuwe Vauriens gevijld worden, centimeters van de mast, aangrijpingspunten van vallen verplaatst met popnagels en handboortjes. Maar uiteindelijk mocht iedereen mee doen en bleken er toch allemaal Vauriens op de wal te staan.
Onze "bondscoach" Johan had zijn vertrouwde Sailhorse meegenomen, niet alleen omdat hij zo van zeilen houdt, maar ook omdat je op de Dümmersee niet met verbrandingsmotoren mag varen. Hij voorzag de zeilers van een luisterend oor, een plasemmer, bergruimte voor eten en drinken en desgevraagd advies. Vlagen vinden was bijna onmogelijk, omdat er een dikke olieachtige laag op het water lag die tot windkracht 4 een beeld gaf dat de wind recht van boven zou komen. Ondanks dat, ging het de Nederlandse zeilers voor de wind. NL werd 4e overall met team Kuipers, er was zelfs een derde prijs in het jeugdklassement voor de 36339 met Jelle en Hymke en de rest van het team zat allemaal mooi in de buurt. Kortom een geslaagde week!

woensdag 4 mei 2011

Paaltjes pikken

Toen er besloten was dat je in de Lauwersmeerpolder goed kon recreëren, werd er ook meteen begonnen met het aanleggen van steigers naar de vaste wal. De benen strekken, een BBQ-tje of een hondenwandeling hoort inmiddels bij een lekker weekendje weg.
Maar de Lauwersmeerpolder heeft het niet zo met steigers, eerst waren het de palen van de steigers die door een strenge winter uit de grond gedreven werden, daarna leek het of de harde zandgrond helemaal niets met steigerpalen wilde. De lange loopbruggen naar het vaste land begonnen steeds meer op wokkels te lijken  en werden uiteindelijk afgebroken.
Niet in het geheel tot ongenoegen van de natuurbeschermers die het toch al vervelend vonden om naast lepelaars en runderen ook de homo sapiens met korte broek te moeten verwelkomen.
Jaren lang was het voor de recreant onmogelijk om bij de wal te komen en de medemens te overtuigen van het feit dat het gebied zeer de moeite waard was.
Nu lijkt het tij te keren, aan de Friese kant ontwikkelt Oostmahorn zich als een waar waterparadijs en is de Marrekrite bezig, verantwoord maar zeker, haventjes en aanlegplaatsen aan te leggen. Aan de Groningse kant loopt het zo'n vaart niet, ik zit op een steiger die onderhoudstechnisch veel weg heeft van de watersteiger op het starteiland, er staat een bordje over havengeld na vier uur, maar eigenlijk hoop ik dat het voor de havenmeester te koud is om op bezoek te komen.
Zouden er, als de voorzieningen beter worden, meer mensen deze kant op komen?
Of wil ik het gebied eigenlijk voor mij zelf houden, en geniet ik van het ruisende riet en het kabbelende water tegen de veel te hoge meerpalen.

dinsdag 3 mei 2011

Zout

De stroming kwam in de sluis vanmorgen van de achterkant. En niet zo'n klein beetje ook. Om half tien mochten we het zoute water op, de sluis was tot die tijd gestremd, nog steeds onbekend waarom, de bus, het afvaren van de veerboot, onderhoud?
De vraag was of mijn motorbootje het ook tegen de stroom in zou redden, en of het niet te veel zou schommelen, en of... Kortom de eerste keer met Margje op het zoute water van de Waddenzee.
Stom eigenlijk dat ik me er zo druk over maakte, kruisend met De zeilboot van het vriendje kom je zelfs tegen de stroom in, roeiend met de sloep met maar 8MK (soms minder als ze wat katerig zijn), als je ziet wat er zoms de overtocht waagt, dan kan Margje het zeker aan. Maar voor de eerste keer alleen ging me toch wat te ver, dus toen ik er achter kwam dat er nog iemand van de Flitsclub die kant op ging sloot ik mij graag aan.
Rondom de haven hier valt alles droog. Ik besluit om wat boodschappen te gaan doen in het dorp en als ik op de dijk klim zie ik dat de wadbodem zo'n anderhalve meter hoger ligt dan het waterniveau in de haven. Ook blijkt de Noorden wind een stuk kouder dan ik achter de kuiptent in de zon voelde en ik ben blij dat ik mijn jas en muts bij me heb.
Naar het dorp is nog een hele tippel, al ben ik blij dat ze bij de nieuwe veebootdam niet ook de nieuwe jachthaven hebben gebouwd, dat had dan meer op de avondvierdaagse geleken. Ik kom over het paadje waar ik met mijn ouders wandelde, waar ik zuring leerde kauwen,
waar ik voor het eerst met mijn oudste in een fietszitje fietste en Paul de Leeuw tegen kwam, waar we na een zomerdag op het strand met de buren over terugliepen, allemaal gehuld in een T-shurk. Om dat we anders toch nog zouden verbranden.
Nog even en dan is het laag water, de wind is wat toegenomen, maar als het tij kentert zal dat (als ik mij niet vergis) wel weer veranderen.

woensdag 27 april 2011

Gezellig

Na het gekkenhuis van de avondspits op de snelweg vanaf Muiden tot Lelystad konden we met genoegen de rotonde van Workum nemen. Voor de deur alle spullen van het zeilweekend uitgeladen en het huis ingedragen. Achterdeur open, het is dat er tegels liggen daar, maar het gras in de tuin was zo gegroeid dat ik meteen de maaier gestart heb. Wat ziet het er heerlijk groen uit buiten zeg!
Gister werd mijn moeder 70. Voor haar 55 ste verjaardag gaven we haar een 2e kleinzoon. Deze werd dan ook 15 dit jaar. Ter gelegenheid van het heuglijk feit zijn we naar Muiden afgereisd. Niets te merken van de drukte. Zelfs de sluis was rustig. Pampus is een grote bouwput op het moment, toch kun je goed zien hoe het gaat worden. En het vermoeden van hoe het geweest moet zijn is sterk aanwezig. Het dak is bekleed, hier en daar zijn ruimten afgesloten met een glazen deur, we vermoeden dat er later een voorstelling achter zichtbaar wordt. Na dat we veilig uit het doolhof via de latrines naar het terras zijn gelopen drinken we een koffie in de zon. De sloep komt ons ophalen. Heerlijk!
De sloep zet ons af bij het Muiderslot al 150 jaar een museum. We reserveren digitaal de rondleiding door het 17e eeuwse gedeelte. De kids verspreiden zich via de toren- en de ridderroute en zien we niet eerder terug dan een uur of drie. Wij oudjes lopen rond door het kasteel en kijken achter de verschillende deuren en in de diverse kamers. Ik verkleed me bijna als kasteelvrouw, maar hou me nog net in. Het pak van hofnar past me beter.

zondag 24 april 2011

Heb jij een muntje?

"Heb jij een muntje voor de windmachine?"Vraagt de wedstrijdleider aan een Splashzeilster. Ze komt even informeren of er vandaag nog gezeild gaat worden. Gister woei het niet hard maar konden we twee wedstrijden zeilen, vandaag zouden we er ook twee doen, maar dat ziet er nu niet naar uit.
Het volledige wedstrijdcommité zit achter op het schip aan een broodje kaas en een sinasappel. Achter het starschip is een groepje wedstrijdzeilers aan het zwemmen met een surfplank. Een verdwaalde fanaticus drijft op de Meer met zijn Flits terwijl papa probeert te duiden waar de 'wind' vandaan komt. Schakelzeilers kijken met een half oog naar de koelkast en een Vaurien ligt op de kant met het tuig om hoog maar met een spi die niet wil opbollen.
De warmste Pasen sinds 100 jaar, maar waar liggen nou de muntjes voor de windmachine?

woensdag 26 januari 2011

Naar het oosten

Om een uur of vijf worden we van boord gehaald met de mededeling dat we mee moeten. Mijn twee collega's staan het ruim uit te spuiten nadat 'we' wat tonnen kiezel hebben gelost op Terschelling. De heren den Haan en Tiemersma zijn de hele week met het opleidingsschip de Emeli op Terschelling in het kader van de techniekweek aldaar. Ik ben aan boord in het kader van de open middag die we daar cadeau kregen van het organiserend comité.
Omdat ik eigenlijk net van plan was stiekum een uiltje te knappen ben ik wat eerder op de wal dan de collegae. Ik kan nog net de zon zich achter de Brandaris zien verstoppen. We stappen in de Landrover, onze chauffeur zit aan de rechterkant en is druk doende met zijn telefoon om uit te zoeken waarom we zo dringend naar het strand voorbij Paal 4 moeten. Er schijnt een wilde achtervolging gaande te zijn op de Noordzee, rubberboten van de Douane en nog wat autoriteiten zijn in wilde achtervolging op een andere rubberboot.
Deze kleine boot schijnt de handel overboord gegooid te hebben en die spoelt nu aan op het strand. De sloffen sigaretten zijn geseald, en dus is de kans dat ze droog aanspoelen redelijk groot. De vraag rijst echter, waarom zou je sloffen Gauloise sealen, zit er misschien wat vrolijkers in die pakken? Kortom we moeten het strand op om dit uit te zoeken, snap je?
We nemen de route via het Groene strand, kleine nieuwe duintjes links liggend latend en de gele paaltjes netjes aan de rechterkant. Het is net of we met de boswachter op pad zijn. Bij elke bult of meer is wel een verhaal. We genieten.
De eerste collega jutter komt van het strand aangereden en we zien hem denken:"Veel te laat!" Maar we blijven hoopvol. Als we niet meer naar het Noorden maar zo langzaamaan naar het Oosten draaien zakt de zon achter de horizon, de maan is al even op en neemt stoer haar taak over en licht ons bij. Doordat de maan zich achter de sloffen sigaretten en de branding bevindt is alles goed te zien en bij paal 3 komen we de eerste kleine pakjes tegen. De folie is weg en de pakjes staan bol, maar we blijven hoopvol.
Dan komen de eerste echte sloffen in zicht, onze schipper den Haan blijkt de beste ogen te hebben, en al snel ligt de vloer naast me bezaaid met sloffen peuken, velen verwaterd, sommigen nog vierkant. Het is inmiddels donker geworden, we rijden slingerend door de branding, dan weer over het strand, onze chauffeur vertelt dat hij de bodem net heeft laten tectyleren en de wielen heeft vervangen. Het dak is ook net nieuw, dit na een koprol op het duin. Het is een origineel dak met gaatjes, niet waterdicht, getuigende de natte stoel naast mij. Maar we blijven hoopvol.
We zijn niet de enigen, uit het Oosten komt een hele file van eilanders aan met hun auto's er komt een leerling van me voorbij in zijn Landrover, we bellen om uit te zoeken hoeveel hij er al heeft gevonden.
Net zo veel als wij, als we tenminste er van uit kunnen gaan dat hij die 10 extra er bij gelogen heeft, net als wij. Hij is net voorbij als we een nieuwe slof zien aanspoelen. We zijn als een kind zo blij, want als wij 'm hebben, heeft hij 'm niet, en dat is volgens ons een essentieel onderdeel van deze sport. Want we roken eigenlijk alle vier niet......

Aan boord

De brug bij le Havre ligt onder een wisselend bewolkte lucht. Niet slecht want toen ik uit Workum wegreed vanmorgen kwam de regen met bakk...