woensdag 26 januari 2011

Naar het oosten

Om een uur of vijf worden we van boord gehaald met de mededeling dat we mee moeten. Mijn twee collega's staan het ruim uit te spuiten nadat 'we' wat tonnen kiezel hebben gelost op Terschelling. De heren den Haan en Tiemersma zijn de hele week met het opleidingsschip de Emeli op Terschelling in het kader van de techniekweek aldaar. Ik ben aan boord in het kader van de open middag die we daar cadeau kregen van het organiserend comité.
Omdat ik eigenlijk net van plan was stiekum een uiltje te knappen ben ik wat eerder op de wal dan de collegae. Ik kan nog net de zon zich achter de Brandaris zien verstoppen. We stappen in de Landrover, onze chauffeur zit aan de rechterkant en is druk doende met zijn telefoon om uit te zoeken waarom we zo dringend naar het strand voorbij Paal 4 moeten. Er schijnt een wilde achtervolging gaande te zijn op de Noordzee, rubberboten van de Douane en nog wat autoriteiten zijn in wilde achtervolging op een andere rubberboot.
Deze kleine boot schijnt de handel overboord gegooid te hebben en die spoelt nu aan op het strand. De sloffen sigaretten zijn geseald, en dus is de kans dat ze droog aanspoelen redelijk groot. De vraag rijst echter, waarom zou je sloffen Gauloise sealen, zit er misschien wat vrolijkers in die pakken? Kortom we moeten het strand op om dit uit te zoeken, snap je?
We nemen de route via het Groene strand, kleine nieuwe duintjes links liggend latend en de gele paaltjes netjes aan de rechterkant. Het is net of we met de boswachter op pad zijn. Bij elke bult of meer is wel een verhaal. We genieten.
De eerste collega jutter komt van het strand aangereden en we zien hem denken:"Veel te laat!" Maar we blijven hoopvol. Als we niet meer naar het Noorden maar zo langzaamaan naar het Oosten draaien zakt de zon achter de horizon, de maan is al even op en neemt stoer haar taak over en licht ons bij. Doordat de maan zich achter de sloffen sigaretten en de branding bevindt is alles goed te zien en bij paal 3 komen we de eerste kleine pakjes tegen. De folie is weg en de pakjes staan bol, maar we blijven hoopvol.
Dan komen de eerste echte sloffen in zicht, onze schipper den Haan blijkt de beste ogen te hebben, en al snel ligt de vloer naast me bezaaid met sloffen peuken, velen verwaterd, sommigen nog vierkant. Het is inmiddels donker geworden, we rijden slingerend door de branding, dan weer over het strand, onze chauffeur vertelt dat hij de bodem net heeft laten tectyleren en de wielen heeft vervangen. Het dak is ook net nieuw, dit na een koprol op het duin. Het is een origineel dak met gaatjes, niet waterdicht, getuigende de natte stoel naast mij. Maar we blijven hoopvol.
We zijn niet de enigen, uit het Oosten komt een hele file van eilanders aan met hun auto's er komt een leerling van me voorbij in zijn Landrover, we bellen om uit te zoeken hoeveel hij er al heeft gevonden.
Net zo veel als wij, als we tenminste er van uit kunnen gaan dat hij die 10 extra er bij gelogen heeft, net als wij. Hij is net voorbij als we een nieuwe slof zien aanspoelen. We zijn als een kind zo blij, want als wij 'm hebben, heeft hij 'm niet, en dat is volgens ons een essentieel onderdeel van deze sport. Want we roken eigenlijk alle vier niet......

Aan boord

De brug bij le Havre ligt onder een wisselend bewolkte lucht. Niet slecht want toen ik uit Workum wegreed vanmorgen kwam de regen met bakk...