dinsdag 29 augustus 2017

Kippe-eindje

 Vrijdag, laatste avond met z'n tweeen aan boord. Morgen komt de aflossing van de wacht. Gister bleven we nog een nachtje in St. briac. De Panacee gleed met het afgaande tij in een spoelkuil. Ik sliep (lag wakker) aan de hoge kant. Dus heeft Han voor mij een soort slingerzeiltje gemaakt waar ik tegenaan kon slapen. Ik viel daarna direct in slaap. Bij het opkomende tij naar St. Malo gegaan. Even bunkeren aan de buitenkant, daarna door de sluis, en het oude, herbouwde ommuurde stadje bekijken. Zaterdag staat in het kader van poetsen. Norbert en Jantien nemen de wacht over, en dan wil je toch een schoon schip afleveren. Bier, wijn en rosé staan koud.

zaterdag 26 augustus 2017

Been there, done that, got the t-shirt.

We liggen sinds vanavond in St. Hellier op Jersey. Het kleinschalige van Alderney met z'n mooringbuoys  is hier in de haven ver te zoeken. En vergeleken bij deze havenstad komt Guernsey als een provinciaaltje weg. Het verval hier is een meter of 12-13 en we gebruiken dit voor een half-way check van het onderwaterschip. Om een uur of vijf hebben we het dry-out platform gereserveerd bij de jachtclub. Op weg hierheen, net boven Jersey hebben we een dolfijnenboei gevonden. Als je hier een tijdje blijft liggen komen de dolfijnen vanzelf langs. We hopen de komende dagen nog een mooie romantische droogval baai met rode zonsondergangen te scoren.
De stroom in deze omgeving is de baas, je kunt alles prima bezeild hebben, en toch uren over een paar Mijl doen. En dus gingen we van Alderney naar Guernsey vrij laat weg, stroom mee. Het mooie van de avond in zeilen is zeker de zonsondergang. Daarna via de noordelijke ingang in het donker de haven in. In de havens hier op de kanaaleilanden voer je niet de UK courtesey-flag maar die van elk eiland afzonderlijk. Die hebben we dus maar snel aangeschaft. 
Op het havenhoofd ligt het Fort van Guernsey, dat staat er al sinds de middeleeuwen, en net als alle Britse monumenten is het mooi onderhouden. Het huist vier musea, en we hebben ze allemaal bekeken. We bleven natuurlijk niet zomaar liggen. Ondanks de zon waait het flink door. Op de pier bij het Fort staat een bassin, het is een meter diep, ooit gebouwd om met modellen te leren zeilen. Zeillessen geven ze er nog steeds. De locale zeilvereniging heeft er een stuk of 10 optimisten liggen, instructeurs lopen er in lieslaarzen tussen de zeilers heen en weer. Die trouwens met verdraaid kleine zeiltjes toch vooruit komen. 
's Avonds, verrassing, legt de Oosterschelde aan, nou ja, ze ankeren iets ten zuiden van de pier. Deze Nederlandse Schoener was na het winnen van de Tall Ships race Halifax-Portsmouth op weg naar het Franse vaste land. Laat kapitein Arian nou net een vriendje van me zijn.... Biertje terrasje. Heel leuk zo'n snelle onverwachte borrel. 
We zeilden van Cherbourg naar Alderney, geen genaker, niks bezeild. Ter hoogte van Kaap den Haag (Cap de Hague) gaat de motor uit en kruisen we naar het eiland. Met een flinke stroom voor de haven langs zijn we, schouderklopje, tot bijna in de haven gezeild. Binnengekomen pikten we net op tijd de laatste mooringboei in, we schommelen de hele nacht. Als 's morgens de haven leegloopt legt Han de Panacee aan een andere boei, ik mag blijven sluimeren, heerlijk zo'n vent. De wandeling de volgende dag naar het fort helemaal boven op de 'berg' aan de haven levert mooie plaatjes op, het lijf protesteert wat tegen deze onverwachte inspanningen, een biertje bij 'The Moorings' is een goed idee.



 

maandag 14 augustus 2017

Jippie de Genaker getest.

 De genaker lag al een week of drie in het achteronder. Een week of twee zelfs netjes opgeknoopt tegen de kuiprand aan. We hebben in tijden niet zo vaak aan de wind over bakboord gelegen, wat goed is voor de uitwijkerij, maar niet voor het voeren van onze nieuwste aanwinst. Vandaag varen we van Saint Vaast naar Cherbourg. We slaan het leuke haventje waar we kunnen droogvallen over, de wind is gunstig. Als we het Pointe de Barfleur voorbij zijn kan hij omhoog. Hier en daar wat gepuzzel, wat schoten omleiden en we lopen. De wind kakt in en om ons heen hijst menigeen hun ijzeren grootzeil. Wij zeilden tot in de voorhaven van Cherbourg, best trots op ons.
We zijn gisteren een dagje blijven liggen. Uitslapen, prutsen, lezen en het dorpje bekijken. De vissers hebben gezamenlijk een ponton om te schilderen, waar dan ook alle kleuren van de regenboog op zitten. Mosslen, kokkels, krukels en zo zijn hier nauwelijks te krijgen. Oesters daarentegen volop. Hele tafels vol, waar met hoog water een meter of drie water bovenop staat. Naast St. Vaast ligt het Ile de Tatihou, ooit een quarantaine-eiland met ruimte om geheel zelfvoorzienend te zijn. Gister, iets voor laag water was er een hardloopwedstrijd heen, 8km, waar de renners ook gedeeltelijk door het oesterperceel moetsen rennen. Op de terugweg hadden de achterblijvers het een stuk makkelijker, en konden gewoon over de droogevallen weg terug.
 Na een omstuimige nacht in Ouistreham, de haven van Caen, samen met de bemanning van de Goodtimes, gingen we op weg naar St. Vaast. Een lange dag, eerst zon en een steeds gunstiger draaiende wind. Toch betrok het weer en we moesten zelfs een paar motorsailslagen onder de kust maken om het gezellig te houden. Boven Omaha beach konden we weer zeilen, goed opletten voor wrakken, daar liggen er in die omgeving nogal wat van. Om half elf, in het donker gingen we voor anker. De volgende dag om 12:00 konden we door de sluis St. Vaast in.
 Op weg van Honfleur naar Oistreham waren we net voor de bui binnen. Een flinke deining duwde ons letterlijk tussen de pieren, waar in het begin de stroom dwars overheen stond, naar binnen. We maakten vast aan de wachtsteiger. Wij steken 55 cm, en dus maakte de plek aan de steiger niet uit, maar een blauw Waarschip dat na ons de haven in kwam, de Goodtimes, stak 220 cm. Zij twijfelden of ze wel met laag water vrij van de bodem zouden blijven. Na een tijdje op zoek te zijn geweest naar een ligplaats zijn ze weer naar zee vertrokken. De motor trok de hoge deining echter niet, en na een tijdje kwamen ze toch bij ons langszij, tijd voor een borrel.







woensdag 9 augustus 2017

Coupe Honfleur

 Honfleur, veel eet-tentjes, veel souvenirs, nog meer ateliers, en daar tussendoor nog wat sieradenwinkeltjes. Het duurde even voor ik een bakker had gevonden. Laat staan een plek waar ik een doosje thee of een pak koffie kon kopen.
Gezellig is het wel. We liggen in het midden van het stadje, en hebben gedineerd met 'zicht op ons jacht'. Op de achtergrond wat geroezemoes van de terrasjes, de muziek van een saxofoon die steeds van richting verandert, gedreven door de terraseigenaars die hem dwingend verwijzen naar een andere locatie. Al wandelende kom ik een kapperszaak tegen, en ze hebben tijd. Wassen knippen en föhnen heeft hier in Frankrijk een andere dimensie. Je wordt verwend en vertroeteld, goed geknipt en gesteven. Die waait vanmiddag niet meer weg.
Op weg hierheen, we kwamen van Fécamp zijn we uitgebreid langs het Franse equivalent van de 'white cliffs gevaren. Die zagen we dan weer aan de overkant van de sloot. Er stond een aangename bries en we kwamen tegen de stroom in nog net 3 Mijl vooruit. Dat was ook 1,9 Mijl, maar dat vergeet ik even. Eenmaal aan de wind om Cap d'Antifers begon het te waaien, rifje er in, en waar we dachten eindelijk onze Gennaker uit te kunnen proberen, reefden we voor het gemak de genua ook maar twee streepjes. Het tij kentert, en met 7 Mijls laarzen spoeden we ons richting Le Havre. Daar gaan we niet kijken, het enige dat daar leuk schijnt te zijn is de trein naar Rouen. Met afgaand tij gaan we de Seine op, maar wel voor de wind, we houden het op 3 Mijl aan snelheid over de grond, en komen aan bij de sluis van Honfleur, waar de sluismeester, de schat, even op ons wacht.
 Zeilend van Boulogne sur Mer, via Dieppe, naar Fécamp was het prachtig weer. Zij het wat frisjes aan loef met wind van zee. Maar ik vond een mooi plekje al zeg ik het zelf. Han verschuilt zich dan achter zijn riante buiskap, en draagt uit protest een korte broek en een poloshirt. Ik was wat laat met mijn anti-wiebelpil uit België, en dus veroordeeld tot de frisse lucht aan loefzijde. Die wiebelpillen werken trouwens best aardig, tot goed, tot nu toe is het varen op zee alleen zo nu en dan te vergelijken met een flinke kater. We gebruiken de windvaan veel. Zowel Han als ik hebben een hekel aan sturen, en zomaar wat in de oven schuiven of op het toilet gaan zitten, zonder iemand aan het roer is pure luxe, en in de wijde omtrek, zo'n mijl of 10 geen schip in de buurt.
De windvaan heeft geleden. Van Gravelines naar Boulogne sur Mer heeft de aluminium pijp het zwaar gehad. Hij is krom. Wie stuurt er ff een RVS pijp op? Wind tot 24 knotsen liet het apparaat voor ons flink werken. Eigenlijk zijn we nauwelijks overstag geweest, bij Cap Griz Nez kregen we alleen de wind van voren terwijl we stroom tegen hadden. Dat resulteerde in golven van een meter of twee. De windvaan hield de wacht, Han had het overzicht, mijn wiebelpillen waren de baas. 
Uh, tot we voor de haven van Boulogne de diesel startten, toen moesten ze het onderspit delven.... :-(

donderdag 3 augustus 2017

Verwaaid in Gravelines

In de omgeving winden van 21 tot 34 knotsen. Gelukkig wisten we dat gister al en hebben meteen voor 2 nachten betaald. Ankeren of droogvallen was geen optie. Eerst hadden we nog aan Duinkerken gedacht, in verband met de film zouden ze het de laatste tijd gezellig hebben daar. Maar letterlijk onder de rook aangekomen was het besluit om door te varen snel genomen. Nou dacht ik dat IJmuiden troosteloos was maar Duinkerken staat inmiddels bovenaan op de lijst van stinkende en grauwe industriegebieden.
De reis van Oostende met onze Belgische gastenvlag in het stuurboord want, naar Gravelines met de Franse vlag onder de zaling ging voorspoedig. De wind was Zuidelijker dan voorspeld, en met een paar slagen was het verder bezeild. Somber was het wel, maar met mijn nieuwe waterdichte zeilkiel heb ik het geen seconde koud gehad. De windsterkte varieerde nogal, met een zorgvuldig gestoken rif, pasten we ons zeiloppervlak aan met de genua.
De haveningang heeft nog het meeste weg van Noordpolder-of Termunterzijl. Ondanks de uitwaterende sluizen ligt er een flinke drempel voor de deur waar je met laag water niet overeen kunt, zelfs met onze 55 cm niet. Eenmaal binnen attendeerde Han mij op reddingboothuis met lanceerhelling, bijzonder, zou op de Merk in Workum niet misstaan.
De Lidl geplunderd, gaan we zo even het stadje verkennen. Dat heeft dan weer meer weg van Boutange. Ondertussen is het fijn als de was klaar is.


dinsdag 1 augustus 2017

Eindelijk zee

Ik was het op de motor varen ook helemaal zat. Het is maar goed dat Han vlak voor het Paasevenement een andere motor in de Panacee heeft gezet, en hij is meteen goed ingedraaid.
Van de Dordse Kil naar Vlissingen binnendoor met twee keer een stukje zeilen. Het begon op werken te lijken. Wist je trouwens dat er op het Veerse meer andere regels gelden? 'Als een schip naar de haven "moet" dan moeten alle andere schepen in het vaarwater wijken.' 
Gelukkig was de avond mooi in het kanaal door Walcheren, artistiek gezien dan.
Om een uur of tien door de sluis vanmorgen, stroom mee tot Zeebrugge. Een toenemende wind die in het begin van de dag tot een wollen trui en een muts leidde. Later de wind door de haren en een tukje in de zon. Na de kentering zwakte de wind af. Een flinke zwavelstreep onder de dreigende lucht. Gelukkig draaide diezelfde wind naar het Westen zodat we met een knik in de schoot naar Oostende konden. Enneh, je raadt 't nooit: ik ben, terwijl Han een uiltje knapte, er zelfs nog 1-tje voorbij gezeild. (Klopje op mijn schouder)
Op zoek naar moules frites zijn we bij de 'koninklijke' op de haven gestrand. Vers eten, goede wijn. Morgen meer wind.

Aan boord

De brug bij le Havre ligt onder een wisselend bewolkte lucht. Niet slecht want toen ik uit Workum wegreed vanmorgen kwam de regen met bakk...